Slaapfases en dromen

Slapen verloopt in een aantal fases waarbij diepe slaap en lichte, onrustige slaap elkaar afwisselen. Tijdens de lichte, onrustige slaap droomt je kind. Deze fase wordt de REM-fase genoemd. REM staat voor ‘rapid eye movement’. Er worden tijdens deze slaap snelle oogbewegingen gemaakt. De fase waarin je kind in diepe slaap is wordt de non-REM-fase genoemd. In deze fase is je kind rustig en koel, ademt het diep en wordt het moeilijk wakker. In deze fase van de slaap kunnen nachtangsten, slaapwandelen en bedplassen voorkomen. Je kind slaapt dan zo diep dat het niet wakker wordt van de signalen die de hersenen afgeven. Gedurende de nacht wordt de non-REM-fase steeds korter waardoor je kind dus steeds meer droomt. Jonge kinderen dromen meer dan volwassenen.

Dromen bij kinderen van 0 tot 3 jaar

Of je baby of dreumes droomt is natuurlijk lastig vast te stellen, omdat hij of zij je dat nog niet kan vertellen. Toch kunnen bepaalde aanwijzingen erop duiden dat je kind gedroomd heeft. Denk bijvoorbeeld aan paniek of verdriet bij het wakker worden en brabbelen of glimlachen in de slaap.

Dromen bij kinderen vanaf 3 jaar

Peuters vanaf 3 jaar kunnen aangeven dat ze gedroomd hebben. Ze beseffen zich dat de emoties bij het wakker worden voortkomen uit een droom. Vaak vinden ze het nog wel lastig om onderscheid te maken tussen fantasie en werkelijkheid. Ook is het voor je peuter nog lastig om te vertellen waar zijn of haar droom over ging. Vanaf de kleuterleeftijd kunnen kinderen dromen goed navertellen.

Nachtangsten

Kinderen tussen de 3 en 12 jaar kunnen last hebben van nachtangsten. Deze kunnen ontstaan als je kind van diepe slaap overgaat naar lichte slaap. Dat is vooral in de eerste helft van de nacht en vaak rond een vast tijdstip. Wanneer je kind nachtangst heeft, is het niet wakker maar lijkt het ergens van overstuur. Nachtangsten zijn iets anders dan nachtmerries. Nachtmerries zijn enge dromen en bevatten beelden. Nachtangsten hebben niets met dromen te maken. Het gaat puur om een angstig en verward gevoel.

Tips bij nachtangsten

Het kan er vervelend uitzien als je kind nachtangst heeft en dat kan je een machteloos gevoel geven. Als ouder kun je een aantal dingen doen:

  • Maak je kind niet wakker. Je kunt je kind het best vasthouden totdat het weer rustig is en verder slaapt.
  • Is je kind zo wild in zijn of haar slaap en lukt het niet om hem of haar vast te houden? Blijf dan in de buurt om ervoor te zorgen dat je kind zich niet bezeert.
  • Praat op een zachte en geruststellende manier tegen je kind en blijf rustig.

Nachtmerries

Dromen kunnen signalen geven over het gevoelsleven van je kind. Komen er in de dromen van je kind de angsten of frustraties naar voren? Dan heeft je kind een nachtmerrie. Een nachtmerrie kan verschillende oorzaken hebben, zoals een drukke dag, vermoeidheid en weinig slaap. Maar ook koorts, ziekte, te veel en/of te laat eten, het gebruik van medicijnen of slapen in een te warme kamer. Als je kind vaak nachtmerries heeft, kan dat een signaal zijn dat er iets is wat je kind erg bezighoudt. Kijk of je kind zich overdag anders gedraagt, ga na of er iets vervelends is voorgevallen en praat hierover. Blijft je kind hier last van houden en maak je je zorgen? Dan kun je om hulp vragen, bijvoorbeeld via de huisarts, bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of een andere instantie in jouw omgeving.

Tips bij nachtmerries

Heeft je kind een nachtmerrie? Dan is het belangrijk om hem of haar gerust te stellen. Hieronder geven we een aantal tips.

  • Neem de angsten van je kind serieus. Kalmeer je kind en toon begrip.
  • Praat samen met je kind over de nachtmerrie. Vraag of je kind kan navertellen wat er gebeurde en wat er zo spannend was. Probeer daarna samen een andere, minder enge, afloop van de droom te verzinnen. Vertel je kind ook dat er soms dingen in dromen kunnen voorkomen die in het echte leven niet kunnen.
  • Troost je kind in zijn of haar eigen bed met het licht uit. Zo geef je hem of haar het idee dat het veilig is in bed en kan het weer rustig gaan slapen.
  • Geef je kind een knuffel of doekje. Dit zorgt voor een veilig en vertrouwd gevoel en biedt emotionele veiligheid. Ook biedt een knuffel bescherming en helpt het bij het inslapen.
  • Vertel over jouw eigen nachtmerries. Zo leert je kind dat het normaal is en dat iedereen het weleens heeft.
  • Kijk rond in de kamer van je kind om te ontdekken waar hij of zij bang voor zou kunnen zijn. Wappert het gordijn bijvoorbeeld doordat er een raam openstaat of zijn er bepaalde schaduwden of geluiden?
  • Lees voor uit boekjes over nachtmerries en bang zijn in de nacht, zoals De nachtmerries van Loes, Jasper heeft een nachtmerrie, Doei! en De droomvilla.
  • Zorg voor voldoende slaap bij je kind. Slaaptekort kan nachtmerries namelijk verergeren. Bekijk hier onze slaaptips.
  • Droomt je kind over monsters onder het bed? Lees hier onze tips over hoe je daarmee om kunt gaan.