Zelfredzaamheid is een mooi woord voor iets heel simpels: zelf je boontjes doppen. In de wondere wereld van opgroeien duikt deze term vaak op. Het is als leren fietsen zonder zijwieltjes – spannend, een beetje eng, maar o zo bevrijdend als je het onder de knie hebt. Bij BLOS stimuleren we dat kinderen vanaf de dreumesleeftijd proberen om steeds meer ‘zelluf’ te doen. Het eerste signaal dat je kind daaraan toe is, is dat je kind zelf de lepel wil vasthouden tijdens het eten. Wat volgt is een slagveld met overal yoghurt en aardappelpuree, maar uiteindelijk is daar het trotse moment: zelf eten. Dan is de toon gezet, op naar zonder hulp door de kamer rondlopen, je eigen veters strikken en zelf de trap op- en afgaan!

Waarom zelfredzaamheid een must is

Elke nieuwe vaardigheid die je kind onder de knie krijgt, is weer een stapje dichterbij zelfredzaamheid. Dat is niet alleen goed voor de motoriek en cognitieve vaardigheden van je kind, het zorgt ook voor zelfvertrouwen. Iedere taak die je kind zelf volbrengt, is een boost voor het zelfbeeld. Zelf eten, zelf aankleden, zelf uit een glas drinken, zelf op een gewone stoel zitten. Met elke nieuwe succeservaring staat je kind een beetje steviger in zijn of haar schoenen. Dingen zelf kunnen zorgt ervoor dat je kind het idee krijgt dat hij of zij al heel wat kan en groot is. Dat is een goede stimulans om nog meer dingen te leren en te ontdekken. Met jou en de pedagogisch medewerkers van BLOS aan de zijlijn om het proces van ’zelluf’ doen te stimuleren.

Een reis door de zelfredzaamheid

De zelfredzaamheid van je kind groeit met de jaren. Laten we eens inzoomen op de ontwikkeling van zelfredzaamheid per fase:

Baby (0 tot 1 jaar)

Een pasgeboren baby heeft volop zorg nodig en kan nog niets zelf. Als ouder help je overal bij. Geniet ervan, want dat duurt maar kort! De eerste tekenen van zelfredzaamheid worden zichtbaar als je baby voor het eerst naar iets gaat grijpen, omrolt, gaat zitten, zichzelf optrekt, wil kruipen of gaat staan. In het eerste jaar leert een baby ook om vaste voeding te eten en kan hij of zij drinken uit een beker die wordt vastgehouden.

Dreumes (1 tot 2,5 jaar)

Een dreumes kan al meer zelf en wil dat ook. Denk ‘zelluf’ aankleden, ‘zelluf’ de haren kammen of ‘zelluf’ met een vork eten. Dreumesen vanaf ongeveer 1,5 jaar krijgen door dat ze een eigen mening hebben en zeggen steeds vaker ‘nee’. Ook gaan ze zelfstandig op ontdekking in een onbekende omgeving, natuurlijk wel met papa of mama in de buurt. Vanaf 2 jaar zet je dreumes in sneltreinvaart nog veel meer stappen naar zelfstandigheid.

Peuter en kleuter (2,5 tot 6 jaar)

Deuren proberen te openen, zelf wassen bij de wastafel, zelfstandig schoenen en sokken aantrekken. Je peuter wordt steeds ondeugender en zelfredzamer. Je hoeft bij steeds minder dagelijkse handelingen te helpen, want je kind kan zichzelf aankleden, leert omgaan met een kinderschaar, bouwt met constructiespeelgoed, klimt op speeltoestellen en maakt rondjes op de fiets. Soms hou je je hart vast, maar kijk je kind toch eens gaan!

Schoolkind (6 tot 12 jaar)

Vanaf groep 3 van de basisschool leert je kind veel en snel bij. Lezen, schrijven, rekenen. Je kind kan ineens zelf een boek lezen, een brief schrijven of iets betalen in een winkel. De wereld van je kind wordt steeds groter, waar ook zelf keuzes maken bij hoort. Welke kleren trek je vandaag aan? Wanneer ga je je huiswerk maken? Je kind leert voor zichzelf zorgen, zijn of haar eigen kamer opruimen, afspraken maken met vriendjes, ruzies oplossen en delen.

Zelfredzaamheid stimuleren: hoe doe je dat?

Elke fase van je kind vraagt om een andere aanpak. De stappen die je daarbij kunt aanhouden zijn: voordoen, samendoen, alleen laten proberen, zelf doen. Zo pak je dat aan:

Baby’s

Zorg ervoor dat je baby de mogelijkheid heeft om nieuwe dingen uit te proberen. Geef je kind in de box of op het speelkleed uitdagend speelmateriaal dat niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk is. Zo laat je je baby de wereld ontdekken in zijn of haar eigen tempo. Aanmoedigen is in deze fase nog niet nodig. Baby’s zijn nieuwsgierig en gaan vanzelf op ontdekkingstocht.

Peuters en kleuters

Peuters en kleuters zijn nieuwsgierig en willen de wereld ontdekken. Geef ze de ruimte en laat ze lekker veel zelf proberen. Je stimuleert dat op een leuke manier door je peuter of kleuter kleine opdrachtjes te geven: de tafel dekken, speelgoed opruimen, afruimen. Gaat er iets mis? Reageer luchtig. Anders rem je je kind juist af in zijn of haar zelfredzaamheid.

Schoolkind

In deze fase wordt de wereld van je kind steeds groter. Je geeft je kind het meeste zelfvertrouwen door positief te zijn, complimenten te geven en eerlijk te zijn. Het is oké als er een keer iets fout gaat. Wanneer je dit benoemt, kan je kind ervan leren. Geef je kind de ruimte om dingen zelf te doen, zoals zelf een sport kiezen, bij een vriendje logeren of kleding uitzoeken.